Python Cursus - Lists met For-loop

Meteen naar de Afsluitende Opgaven over Lists met For-loop
Terug naar de cursus pagina

Hoofdstuk 12b - Lists met For-loop


Een "list" (Engelse woord voor "lijst") is een geordende verzameling van elementen. Lists kun je tussendoor aanpassen, dat geldt niet voor alle datastructuren in Python (zoals Strings), en dat maakt lists erg handig.

12.1 Basis van lists

Een list is een verzameling elementen. De elementen van een list staan op volgorde. Omdat ze op volgorde staan, kun je ieder element van een list benaderen via een index. Een index begint vooraan een lijst altijd bij 0:

Elementen in een lijst benaderen

Een element in een lijst kun je benaderen met de index. De index zet je tussen vierkante haken [ ], bijvoorbeeld lijst[2] om het element op index 2 van een lijst te krijgen.

Een deel van een lijst benaderen

Je kunt ook een deel van een lijst benaderen door met indices aan te geven van welk index tot (dus niet tot-en-met) welk index. In Python lees je [1:3] als "op elementen op index 1 tot index 3".

Standaard functies voor lists

Voor lijsten zijn er een aantal standaard functies die je kunt gebruiken:

Lijsten met for-loop

Met een for loop kun je de elementen van de lijst doorlopen. Hier een voorbeeld waarbij we alle elementen doorlopen een voor elk element uit de lijst fruitlijst het element afdrukken: Zie het volgende filmpje voor extra uitleg over de for-loop:

Opgave 12.5.0 Groenten en fruit

Klik hier voor de uitwerking.

Opgave 12.5.5 Kleurrijke spirograaf

Klik hier voor de uitwerking.

12.2 Lists aanpassen

Lists kun je aanpassen, je mag de inhoud van een list wijzigen.

Waarde toekennen op een bepaalde index

Om een element van de list te overschrijven, ken je op die index er een nieuwe waarde aan toe.

Een lijst leeg maken

Je kunt een lijst eenvoudig leegmaken door een lege lijst ( [] ) er aan toe te kennen: Een deel van een lijst leeg maken, je geeft dan aan van welk index tot welk index (dus niet tot-en-met). In dit geval gaat het over elementen op index 1 (dus de tweede element in de lijst) en index 2 (de derde element in de lijst).

12.3 Lists en operatoren

Er zijn twee speciale operatoren voor lijsten:

Om een element achteraan een lijst toe te voegen gebruik je de += en zet je het element tussen vierkante haken.

Met append() kun je ook een nieuw element aan het einde van een list plakken. Je roept de methode aan met het nieuwe element als argument.

Opgave 12.2 Cijferlijst opleuken

Klik hier voor de uitwerking.

Opgave 12.3 Operatoren op lijsten

12.4.1 Voeg toe op een bepaald plek in een lijst met insert

Met insert() kun je aangeven dat je iets op een bepaalde positie in de lijst wilt zetten. Je geeft dan twee dingen mee, de positie (je begint natuurlijk te tellen bij 0, en wat je wilt invoegen. De lijst wordt hierdoor een element groter.

Bijvoorbeeld, 'perzik' op de middelste plek in de lijst fruit_lijst = ["appel", "banaan"] toe voegen doe je als volgt:

Klik hier voor de uitwerking.

Opgave 12.4.1 Voeg toe op een bepaald plek in een lijst met insert

Klik hier voor de uitwerking.

12.4.2 Verwijder uit een lijst met remove()

remove() laat je een element van de list verwijderen. Het element dat je wilt verwijderen geef je mee als argument. Als dit element meerdere keren voorkomt in de list, wordt de eerste instantie (die met de laagste index) verwijderd. Als je een element probeert te verwijderen dat niet voorkomt op de list, geeft dat een runtime error.

Opgave 12.4.2 Oefenen met remove

Klik hier voor de uitwerking.

12.4.5 Bepaal positie in een lijst met index()

index() retourneert de index van de eerste instantie in een list van het element dat als argument aan de methode is meegegeven. Een runtime error volgt als het element niet voorkomt op de list.

Opgave 12.4.5 Oefenen zoeken van positie met index

Klik hier voor de uitwerking.

12.4.6 Aantallen in een lijst tellen met count()

count() retourneert een integer die aangeeft hoe vaak het element dat als argument is meegegeven voorkomt in de list. De volgende code drukt 2 af.

Opgave 12.4.6 Aantallen tellen met count()

Klik hier voor de uitwerking.

12.4.7 Een lijst sorteren met sort()

sort() sorteert de elementen van de lijst, van laag naar hoog. Als de elementen strings zijn, wordt het een alfabetische volgorde gesorteerd.

Opgave 12.4.7 Lijst sorteren met sort()

Klik hier voor de uitwerking.

12.4.8 Lijst in omgekeerde volgorde zetten met reverse()

reverse() zet de elementen van de list in omgekeerde volgorde.

Opgave 12.4.8 Omgekeerde volgorde zetten met reverse

Klik hier voor de uitwerking.

Lijst doorlopen en iets onthouden

Soms wil je dat door een lijst lopen en iets onthouden waar je na afloop iets mee doet. Stel je hebt een lijst: fruitLijst = ["banaan", "appel", "wortel", "druif", "peer"] en je wilt op het scherm afdrukken of het inderdaad een lijst met alleen fruit is, of dat er toch een wortel tussen staat. Dat kun je doen door een Boolean te gebruiken.

Bekijk hier een voorbeeld:

Opgave 12.5.1 Check onvoldoendes in cijferlijst

Klik hier voor de uitwerking.

Opgave 12.5.2 Print negatieve getallen in een lijst

Klik hier voor de uitwerking.

Opgave 12.5.3 Vorstdagen tellen

Klik hier voor de uitwerking.

12.4.10 Willekeurig element uit een lijst pakken met choice

Met de functie choice() uit de module random haal je een willekeurig element uit een lijst. Run de volgende code een paar keer:

Opgave 12.4.10 Kleuren Spirograaf

Klik hier voor alle Python Turtle kleuren. Klik hier voor de uitwerking.

Wat je geleerd hebt over Lists

In dit hoofdstuk is het volgende besproken:

Verder naar de Afsluitende Opgaven over Lists met For-loop
Terug naar de cursus pagina