Hoofdstuk 6 - Functies (deel 1)

UITWERKINGEN


Opgave 6.1.1 Onderdelen van een functie benoemen

  1. naam van de functie: berekenOppervlakte
  2. code dat bij de functie hoort: regels 2 en 3
  3. parameters: breedte en hoogte
  4. type van parameters: twee ints (of twee floats)
  5. retourwaarde: oppervlakte
  6. type van retourwaarde: int (of een float)

Opgave 6.1.2 Bereik van variabelen

De variabele kleur wordt op regel 3 gedefinieerd, binnen de functie. De functie eindigt na regel 4, dat zie je omdat daarna niet meer is ingesprongen. Na regel 4 bestaat de variabele kleur dan ook niet meer. Op regel 7 proberen we die af te drukken, maar omdat die daar buiten de functie is, bestaat die daar niet meer, en kan het niet afgedrukt worden.

Opgave 6.2.1 Dobbelen

Opgave 6.3.1 Een berekening retourneren

  1. Het programma berekend de nieuwe prijs van een artikel, gegeven de oude prijs en kortingspercentage.
  2. berekenKorting. Zie de code hieronder
  3. De variabele korting wordt aangemaakt op regel 3. Omdat het binnen de functie wordt aangemaakt, bestaat het niet meer na afloop van het programma. Dus, na regelnummer 5 bestaat het niet meer en kun je het niet meer gebruiken. Hetzelfde geldt voor de andere variabelen die in de functie worden aangemaakt. Daarom is het nodig om de nieuwe_prijs te retourneren zodat het daarna nog gebruikt kan worden (in de print).

Opgave 6.3.2 Fietsen en wielen

Opgave 6.3.3 Toetscijfer berekenen

Opgave 6.3.4 Volume van een balk

Opgave 6.4.1 Constanten


Afsluitende Opgaven

Met de volgende afsluitende opgaven kun je kijken hoe goed je de stof beheerst. Controleer steeds je eigen oplossing met de voorbeeldoplossing.


Afsluitende opgave 6.1 Vind de fout

Afsluitende opgave 6.2 Munt opgooien

Afsluitende opgave 6.3 Geldig emailadres

Afsluitende opgave 6.4 Deelbaar door 7

Afsluitende opgave 6.5 BMI